door: Marloes van Boxtel
Voor mij is eten heel belangrijk. Nog belangrijker vind ik het delen van eten. Dit is er bij ons thuis met de paplepel ingebracht, er kon altijd iemand mee-eten. Toen ik op mezelf ging wonen moest ik echt wennen aan het koken voor 1 of 2 mensen. Koken deed je bij ons thuis deed je namelijk voor minimaal 6 personen.
Elk huis waarin ik woonde of waar ik naar verhuisde, koos ik uit op de keuken – of het potentieel van de keuken. Een keuken waarin gekookt kan worden, waar je kunt zitten én waar je met elkaar kunt genieten van gesprekken en het eten.
Het is helaas maar weinig mensen gegeven ‘straffeloos’ en ‘onbeperkt’ om te gaan met eten. Voor je het weet heb je last van een te hoog cholesterolgehalte, te hoge bloeddruk óf rolletjes vet.
Zelf heb gelukkig nooit last gehad vaneen hoog cholesterolgehalte, allergieën of andere gezondheidsproblemen. Van rolletjes vet wel. Hoewel ik denk dat iedereen een bepaalde bouw heeft, en strijden tegen ‘gewoon dikke billen’ een beetje onbegonnen werk is. Jullie begrijpen vast welk vet ik bedoel (dat gezellige vet op je buik, onder je kin…) Nu is een beetje vet niet erg, als je het mij vraagt. Liever een beetje vet in de kist dan alles gemist, niet waar?
Ik ben mijn reactie op voeding uiteindelijk meer gaan bekijken vanuit de yoga filosofieën, dan vanuit het voorgeschreven schoonheidsideaal of door de legio diëten die er zijn.
Als je je verdiept in de Vedante dan kom je erachter dat je als mens (net als alle andere levende wezens) op zoek bent naar veiligheid (artha) en genot (kama). Dit komt er op neer dat jij als mens zorgt dat je een veilige plek hebt om te leven, en zorgt voor eten en drinken. Als je de handelingen in je leven analyseert zie je dat je hierom veel van de dingen doet die je doet. Ik zal niet teveel uitweiden over deze filosofische uitspraken. Wel is het goed om hier te zien dat we met onze behoeftes qua type huis (die keuken die ik denk te moeten hebben) én de hoeveelheid voedsel voorbij het punt gaan wat in de basis gaat om veiligheid en genot. Heb je het over genieten van eten, dan zit daar bij ook direct de valkuil. 1 of 2 stukjes chocola is lekker, een hele reep niet. 1 of 2 glazen wijn kunnen heel lekker zijn, 2 flessen weer niet. Een bord met heerlijk eten is heerlijk, 2 borden gaat vaak voorbij het punt van genieten. Je wordt misselijk, te dronken of zit met buikpijn na het diner.
In de yogafilosofieën wordt beschreven wat de oorzaken zijn van lijden in ons leven. Dit worden de Klesasgenoemd. Als het gaat om eten, hebben we het hierbij over aantrekken (raga) en afstoten (dvesha). Met eten gebeurt dit vaak automatisch op basis van je zintuigen. Er ontstaat een primaire reactie waarin je, voordat je het doorhebt, denkt: ‘dit wil ik’ (of ‘dit wil ik niet’).
Voordat je het weet heb je het al in je mond gestoken. Ik ben deze primaire reactie steeds meer gaan onderzoeken bij mijzelf. Ik realiseerde me dat ik op drukke momenten veel minder controle heb op deze reactie. Tijdens een opleidingsdag had een van de leerlingen chocoladekoekjes meegenomen. Ik zag ze, en was me heel bewust van mijn primaire reactie en besloot geen reactie te geven op deze impuls. Vervolgens liep ik weg van de lunchplek en ging wat anders doen. Daarna liep ik naar de grote zaal om les te geven. Terwijl ik op mijn plek ging zitten kwam ik erachter dat ik het chocolade koekje toch in mijn mond had gestopt!
In de Sutra’s van Patanjali staan 8 stappen beschreven om te zorgen dat je bevrijdt raakt van het lijden. Asana (lichaamshoudingen) en Pranayama (werken met de adem) zijn er twee van. Ben je bij al eens nagegaan hoe je reactie op eten is, na een yogales? Ik weet van mezelf dat ik dan vaker iets kies voor eten dat goed voor me is. Pratyara (terugtrekken van de zintuigen) en Dharana (een puntige focus) zijn er ook twee. Het gaat er hierbij om dat je jezelf voorbereid richting een meditatieve toestand.
Het terugtrekken van de zintuigen is het ontwikkelen van een neutrale reactie (dus eigenlijk geen reactie) op de prikkels die binnen komen via de zintuigen. Je ruikt iets, je ziet iets en waakt ervoor dat je niet in een reactie schiet van ‘afstoten’ of ‘aantrekken’. Je blijft neutraal ten opzichte van het voedsel. Vervolgens ga je je ‘eenpuntigheid’ ontwikkelen. Eenpuntigheid is het tot rust brengen van je denken en je focus naar één ding brengen. Eenpuntigheid inzetten bij eten is kiezen voor eten en daar met je volle aandacht naartoe gaan wanneer je het klaarmaakt en opeet. Eenpuntigheid kun je ook inzetten als je merkt dat je een reactie hebt op eten die je niet wil; verleg je focus dan naar iets anders. Wandel, lees of mediteer.
Als je kijkt naar voorgeschreven diëten, zie je dat deze altijd werken omdat je op dat moment voorneemt om je primaire reactie op bepaald voedsel (koolhydraten, eiwitten, suiker etc) uit te zetten en je zelf in een eenpuntigheid zet richting dat dieet. Op het moment dat je het dieet vervolgens weer loslaat, komen al je primaire reacties uiteindelijk weer terug. Totdat je weer een nieuw dieet kiest. Je kunt dit doorbreken: meer controle gaan proberen te krijgen over hoe je denkt en handelt. Maar hoe dan? Door te leren mediteren, en de ontwikkelde kwaliteiten in te zetten in je dagelijks leven. De vraag is dan: Wat wil ik? Wat heb ik nodig? Is dit voedsel wat ik nodig heb? Heb ik eigenlijk wel honger?
Tijdens meditatie onderzoek je wat je reactie is op gedachten en zintuigelijke prikkels. Op deze manier krijg je inzicht in de manier waarop je reageert en zelfs waarom je zo reageert.