Je zegt: ‘Hoe kan ik controleren of datgene waardoor ik beangstigd word, ijdels is of reëel?’ Ik geef je daar een richtlijn voor: wij worden gekweld dor iets in het heden, iets in de toekomst of door beide. Over het heden is het oordeel gemakkelijk: als je lichaam vrij en gezond is, als er geen pijn is ten gevolgde van onrecht, zullen we wel zien wat de toekomst brengt: voor vandaag is hij van geen belang. ‘ Ja, maar de toekomst komt.’ Onderzoek eerst eens of er wel duidelijke aanwijzingen zijn dat er iets ergs op komst is; want meestal lijden wij onder loutere vermoedens en speelt het gerucht zijn spel met ons, dat weleens een einde maakt aan een oorlog, maar meer aan mensen afzonderlijk. Zo is het, Lucilius, wij geven ons vlug over aan een heersende opinie, wij onderzoeken niet kritisch de gronden van onze vrees, wij bestrijden die niet, maar wij leven in angst en maken ons gereed om te vluchten zoals zij die om een stofwolk, veroorzaakt door vee dat op de vlucht slaat, uit hun legerplaats wegtrekken of die in paniek raken door een onnozel berichtje dat zonder bronvermelding verspreid wordt. Op de een of andere duistere manier veroorzaakt loos alarm de grootste paniek. Want de realiteit heeft haar eigen maat; al wat uit het ongewisse naar voren komt, is overgeleverd aan gissingen en aan de willekeur van een bange geest. Daarom is geen angst zo besmettelijk en zo moeilijk te bezweren als panische angst. Want andere angsten zijn zonder reden, maar deze angst is zonder verstand.
Wij moeten dus een zorgvuldig onderzoek naar de kwestie instellen. Het is waarschijnlijk dat er iets ergs gaat gebeuren in de toekomst, het is niet terstond een realiteit. Hoeveel gebeurt er wat wij niet verwacht hadden; hoeveel wat wij verwacht hadden, is nergens komen opdagen! Ook als het te gebeuren staat, wat voor zin heeft het dan zijn eigen leed tegemoet te lopen? Je zult al gauw genoeg leed hebben, als het eenmaal gekomen is. Stel jezelf intussen iets beters in het vooruitzicht. Wat zul je daarbij winnen? tijd. Er kan veel gebeuren waardoor een naderend gevaar of een dat al voor de deur staat, stil blijft staan of verdwijnt of iemand anders treft. Bij brand is er een mogelijkheid om te ontkomen, een instortend huis heeft menigeen pijnloos begraven; een enkele keer is het slagzwaard dat al op de nek lag, teruggeroepen; sommigen hebben hun beul overleefd Ook als zij ongunstig is, blijft de fortuin onvoorspelbaar. Misschien zal het gebeuren, misschien zal het niet gebeuren, intussen gebeurt het op het moment nog niet. Haal je een verbetering van de situatie voor de geest.
Uit het handboek voor de moderne Stoïcijn van Masimo Pigliucci & Gregory Lopez